Het Spaans kent net als andere talen onregelmatige werkwoorden. De belangrijkste komen op deze site aan de orde. De regelmatige vormen zijn weggelaten. Zo is de toekomende tijd bij onregelmatige werkwoorden meestal regelmatig. Is dat niet het geval, dan worden de vormen apart genoemd bij de behandeling van dat werkwoord.
ir (gaan)
imp = imperfecto ind = pretérito indefinido |
UitlegDe ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de imperfecto hetzelfde. VoorbeeldzinnenWij gaan naar het strand. |
Hacer (doen)
UitlegDe weergegeven verleden tijd is de pretérito indefinido. De vormen van de imperfecto zijn regelmatig. De ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de voorwaardelijke wijs hetzelfde. Voorbeeldzinnen Hij heeft niets gedaan. |
saber (weten)
UitlegDe weergegeven verleden tijd is de pretérito indefinido. De vormen van de imperfecto zijn regelmatig. De ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de voorwaardelijke wijs hetzelfde. Voorbeeldzinnen Hij kan niet lezen. |
venir (komen)
UitlegDe weergegeven verleden tijd is de pretérito indefinido. De vormen van de imperfecto zijn regelmatig. De ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de voorwaardelijke wijs hetzelfde. Voorbeeldzinnen Wij komen vroeg. |