In het Spaans eindigen werkwoorden op -ar, -er of -ir. Regelmatige werkwoorden op -ar worden anders vervoegd dan regelmatige werkwoorden op -er en -ir. Tussen werkwoorden op -er en -ir zitten weinig verschillen. Via onderstaande pagina’s kun je oefenen met regelmatige werkwoorden en de belangrijkste onregelmatige werkwoorden.